[Intro]
Vaarwel (Vaarwel), Londen (Londen)
Vaarwel (Vaarwel), Londen (London)
Vaarwel (Vaarwel), Londen (Londen)

[Vers 1]
Ik zag in mijn gedachten sprookjesachtige lichtjes door de mist
Ik bleef kalm en droeg het gewicht van de breuk
Trok hem strakker elke keer dat hij wegdreef
Mijn ruggengraat scheurde van het dragen van ons de heuvel op
Nat door mijn kleren heen, vermoeide botten vingеn de kou op
Ik stopte met probеren hem te laten lachen, stopte met proberen de kluis te boren

[Refrein]
Denkend, "Hoeveel verdriet dacht je dat ik had
Dacht je dat ik in me had?"
Oh, de tragedie
Vaarwel, Londen
Je zult iemand vinden

[Vers 2]
Ik heb er niet voor gekozen om jouw buitenbeentje te zijn
Ik heb de club opgericht waarover ze veel goeds heeft gehoord
Ik verliet alles achter wat ik kende, je liet me achter in het huis bij de Heath
Ik stopte met reanimeren, het heeft immers geen zin
De geest was weg, we zouden nooit bij elkaar komen
En ik ben boos dat je me al die jeugd gratis aan je liet geven
[Refrein]
Vaarwel, Londen
Hechtingen los
Twee graven, één geweer
Ik zal iemand vinden

[Brug]
En jij zegt dat ik het schip verlaten heb
Maar ik ging ermee ten onder
Mijn witte knokkel stervende greep
Me vasthoudend aan je stille wrok
En mijn vrienden zeiden dat het niet juist is om bang te zijn
Elke dag van een liefdesrelatie
Elke ademhaling voelt als de zeldzaamste lucht
Als je niet zeker weet of hij er wel wil zijn

[Refrein]
Dus hoeveel verdriet dacht je dat ik had
Dacht je dat ik in me had?
Hoeveel tragedie?
Hoe laag dacht je
Dat ik zou gaan 'voordat ik zou zelf-imploderen?
Voordat ik vrij zou moeten zijn?

[Vers 3]
Je zwoer dat je van me hield, maar waar waren de aanwijzingen?
Ik stierf op het altaar wachtend op het bewijs
Je offerde ons aan de goden van je blauwste dagen
En ik krijg nog maar net kleur terug in mijn gezicht
Ik ben gewoon woedend want ik hield van deze plek voor zo lang
[Refrein]
Vaarwel (Vaarwel), Londen (Londen)
Hadden (Hadden) een (Een) goede (Goede) run (Run)
Een moment (Moment) van warme zon (Zon)
Maar ik ben (Ik ben) niet (Niet) degene (Degene)
Vaarwel (Vaarwel), Londen (Londen)
Hechtingen (Hechtingen) los (Los)
Twee (Twee) graven (Graven) één pistool (Pistool)
Je zal (Je zal) iemand vinden (Vinden)