Dat je maar een grote jonge
Mooi en slim en flink gebouwd
Met een paar gezonde longen
En vooral een hart van goud
Dat je mag spelen als je vader
En zingen wat je moeder zong
En blijf voor altijd, voor altijd jong
Dat je maar een fijne kerel
Die ook lief kan zijn en zacht
Die zijn weg vindt in de wereld
Die zich door het leven lacht
Dat je open staat voor alles
En geen krimp geeft in de storm
En blijf vooral, voor altijd jong
Voor altijd jong
Voor altijd jong
Blijf voor altijd jong
Dat je zorgeloos op mag groeien
Tot plezier van lief en vriend
Dat je gave zo gaan bloeien
Dat je straks je brood verdient
Dat je leert omhoog te grijpen
En zacht valt na elke sprong
En blijf vooral, voor altijd jong
Voor altijd jong
Voor altijd jong
Blijf voor al ... altijd jong
Voor altijd jong
Voor altijd jong
Blijf voor al ... altijd jong